Ritesh Agarwal is nog maar 21, maar staat aan het hoofd van een netwerk van 2200 hotels in India. Het begon allemaal toen hij zichzelf een paar jaar geleden per ongeluk buitensloot uit zijn appartement.

Agarwal, toen 18, besloot de nacht door te brengen in een hotel, schrijft de BBC. Daar wachtte een verschrikkelijke ervaring. Een slapende receptionist, gescheurde matrassen, een lekkende badkamer – waarom was het toch zo moeilijk om een goed, betaalbaar hotel te vinden in India?

Bestaande hotels opfrissen

Die vraag was het begin van Agarwals imperium. Hij richtte Oyo Rooms op, dat nu 2200 hotels in 100 steden beheert, met maandelijks een omzet van 3,5 miljoen dollar. Zijn bedrijfsmodel werkt zo: lokale hotels kunnen zich bij Oyo aansluiten, waarna het personeel trainingen ontvangt, en het gebouw een makeover krijgt. Ook mag het hotel de merknaam Oyo Rooms gebruiken. In ruil daarvoor ontvangt Oyo Rooms een commissie. Dankzij de merknaam Oyo trekken de individuele hotelondernemers meer gasten. Ook kunnen ze profiteren van de boekingenapp die Agarwal liet ontwikkelen.

Agarwal kreeg voor zijn idee steun van de Thiel Fellowship, een stichting van PayPal-medeoprichter Peter Thiel. In juni 2013 ging Agarwal van start met 900 dollar per maand en één hotel. Om investeerders te overtuigen van de levensvatbaarheid van zijn idee, nam Agarwal hen mee naar traditionele Indiase hotels. De vergelijking met Oyo Rooms’ eerste vestiging viel erg goed uit.

Begin vroeg

Agarwal begon al op achtjarige leeftijd met het programmeren van computerprogramma’s, met behulp van leerboeken van zijn broer. Op zijn 13e hielp hij met het ontwerpen van websites. Toen hij 17 was, schreef hij een keuzegids voor technische opleidingen in India. Ondernemen op jonge leeftijd was niet makkelijk, moet hij toegeven. Maar toch is zijn advies: begin vroeg.

Met een onder meer een investering van 100 miljoen dollar van het Japanse Softbank onder de arm wil Agarwal de klantenservice nog verder verbeteren. Zijn ambitie is om om Oyo Rooms uit te breiden naar het buitenland.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl